Brandgevaarlijke objecten

Om veilig te kunnen vluchten stelt het Bbl dat er vanaf 1 juli 2024 geen brandgevaarlijke objecten in de gemeenschappelijke verkeersruimten mogen staan, oftewel de hal, gang, trappenhuizen en/of galerij:

  • Meubilair van brandbaar materiaal, zoals een stof;
  • Decoratie van brandbaar materiaal, zoals een stof;
  • (Elektrische) Fietsen en scootmobielen;
  • Afvalstoffen en kratten.

Welke objecten mogen wel?

Wat mag je nog wel neerzetten en/of ophangen in de gemeenschappelijke verkeersruimten?

  • Meubilair of decoratie van metaal, steenachtig materiaal of glas;
  • Objecten voor bewegwijzering en informatie aan de bewoners;
  • Een foto, schilderij of andere afbeelding bij de toegang van een woning, maximaal 70 cm bij 70 cm groot;
  • Een deurmat bij de toegang van een woning, maximaal 70 x 70 cm (of 90 x 55 cm) groot.

Waar kunnen elektrische fietsen en scootmobielen wel staan?

Elektrische fietsen en scootmobielen moeten in een (eigen) stallingsruimte gezet worden. Deze ruimte moet brand- en rookwerend zijn en afgescheiden zijn van de gemeenschappelijke verkeersruimten. Als het niet mogelijk is om de elektrische fiets en/of scootmobiel in een stallingsruimte te plaatsen, dan kun je deze in je eigen huis zetten. Zorg er dan wel voor dat deze niet je eigen vluchtroute blokkeert, zodat je in nood snel je huis uit kunt. Let erop dat je de accu(’s) veilig oplaadt op een harde (niet brandbare) ondergrond, in een ruimte waar een rookmelder hangt. Doe dit alleen overdag als je thuis bent. Is de accu vol? Haal deze dan van het stroom af. Meer informatie vind je op deze webpagina over het veilig opladen van accu’s.

Wat is een geschikte vluchtroute?

Het is belangrijk om altijd een geschikte vluchtroute te behouden, zodat alle aanwezige mensen bij een brand zo snel mogelijk zelfstandig het pand kunnen verlaten. Waar moet je aan denken?

  1. Een vluchtroute is minimaal 85 cm breed, ook als er ‘toegestane objecten’ in de gemeenschappelijke verkeersruimte staan;
  2. De vluchtroute wordt niet belemmerd door (te) grote en/of brandbare spullen.

Wat is belangrijk voor de brandweer bij een incident of brand?

In de praktijk kan het zijn dat de brandweer moet helpen bij een ontruiming, of zelfs mensen moet redden. De brandweer moet daarom goed bij én in het woongebouw kunnen komen. Daarover staat het volgende in het Bbl: “Bbl 3.18 schrijft voor dat een gebouw toegankelijk moet zijn voor hulpverleningsdiensten, zodat er op tijd geblust kan worden en hulp kan worden verleend.”.

Wie is verantwoordelijk voor het naleven van de nieuwe regels?

De eigenaar van een woongebouw is verantwoordelijk voor het brandveilig beheer van het woongebouw, en dat het bouwkundig en installatietechnisch voldoet aan wet- en regelgeving. Ook is de eigenaar verantwoordelijk voor het opstellen van een beheersplan. Hierin staat hoe het woongebouw brandveilig wordt gehouden. Voor elke VvE geldt daarom dat zij zelf een beheersplan opstelt en ook verantwoordelijk is voor het veilige beheer van het woongebouw. Onder het kopje ‘Hoe stel je een beheersplan op?’ op deze webpagina lees je hier meer over.

Wat doet de gemeente?

De gemeente (specifiek het college van burgemeesters en wethouders) is het bevoegd gezag als het gaat om handhaving en toezicht op het Bbl.

Wat doet de brandweer?

De brandweer heeft geen verantwoordelijkheden in relatie tot het Bbl. Wij mogen niets goedkeuren en hebben geen handhavende rol; dat gebeurt vanuit de gemeente. Wel kunnen wij advies geven over de (brand)veiligheid in en om de woning van bewoners in een woongebouw. Voor hen is het mogelijk zich aan te melden voor een gratis woningcheck, via www.gratiswoningcheck.nl. Ook kan de brandweer aan een VvE voorlichting geven over (brand)veiligheid. Interesse? Neem dan contact op via veiligleven@vrnhn.nl. Let op: we geven alleen voorlichting als er een beheersplan is opgesteld.

Hoe stel je een beheersplan op?

Vanuit het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) is deze leidraad opgesteld dat gebouweigenaren en gebouwbeheerders ondersteunt bij het door henzelf opstellen van het beheersplan om een woongebouw brandveilig te houden tijdens de gebruiksfase.

Het NIPV heeft bovendien deze webpagina over het brandveilig beheren van woongebouwen ingericht met:

  • Een digitale leeromgeving (E-module). Deze digitale leeromgeving bestaat uit onder meer een stappenplan en verdiepende informatie waarmee je stap voor stap een beheersplan kan opstellen en implementeren;
  • Een link naar een template (voorbeeld) van een beheersplan;
  • Een link naar de checklist voor het houden van toezicht op de brandveiligheid in het woongebouw;
  • Achtergrondinformatie, zoals relevante publicaties;
  • Een overzicht met veelgestelde vragen.

Voor concrete vragen bij het opstellen en uitvoeren van het beheersplan is een informatiepunt beschikbaar via de helpdeskfunctie op de website van het NIPV. Een laatste tip: vergeet niet om het beheersplan actueel te houden.

Waarom zijn de regels aangescherpt?

Tijdens de nieuwjaarnacht van 2020 brak er brand uit in de hal van een galerijflat in Arnhem. Hierbij kwamen twee mensen om het leven en raakten twee mensen zwaargewond. Een ernstig incident, dat we niet nog eens willen meemaken.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) heeft onderzoek gedaan naar dit incident. Vervolgens heeft de OvV een aantal aanbevelingen gedaan voor eigenaren van woongebouwen:

  • Verbeter het brandveiligheidsbewustzijn bij gebouweigenaren;
  • Zorg bij gebouweigenaren voor bijzondere en blijvende alertheid op enkelvoudige vluchtroutes.

Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:

  • Zorg voor verbetering van het toezicht op de brandveiligheid in de gebruiksfase van woongebouwen.

Meer informatie?

Voor meer informatie over het gewijzigde Bbl kun je terecht op deze webpagina van het NIPV, over het brandveilig beheren van woongebouwenHeb je vragen over mogelijke bouwkundige en/of installatietechnische aanpassingen die jullie genoodzaakt zijn om door te voeren? Of vragen over de handhaving en het toezicht op de regelgeving in de Bbl? Vraag dan om hulp bij jouw gemeente.