Ambulanceverpleegkundige: ‘We kunnen niet alles uit de kast halen’
Renata van Laatum (42) is verpleegkundige bij de Ambulancedienst en gestationeerd in Wognum. Zij ervaart deze tijd niet als buitengewoon heftig of ingrijpend, al noemt ze het frustrerend dat ze als gevolg van ‘coronaprotocollen’ in haar werk niet alles uit de kast kan halen. Dit is haar verhaal:
“Toen Mark Rutte half maart de coronamaatregelen afkondigde waartoe het kabinet had besloten, was het eerste dat ik dacht: ‘oooh, hoe moet dat? Waar moeten we heen met onze patiënten? In ons werk zijn we heel afhankelijk van het Dijklander Ziekenhuis in Hoorn en dat had vóór die tijd vanwege drukte al vaak opnamestops. Ik dacht dat het voor ongelooflijke problemen zou zorgen. Maar het bleef tot mijn verbazing hartstikke rustig.”
“Mensen bleken ineens buitengewoon zelfredzaam. De categorie die vaak belt voor relatief licht letsel - vinger tussen de deur, kiespijn, et cetera - viel helemaal weg. Niemand zat te wachten op ambulancepersoneel over de vloer. In het ziekenhuis schoot het aantal IC-opnames omhoog, maar voor ons was het aantal ritten beperkt. Al staat daar tegenover dat we bij meldingen met een corona-indicatie door allerlei voorzorgs-, hygiëne- en desinfectiemaatregelen wel veel te doen hadden.”
“Hoewel het de afgelopen maanden corona voor en corona na is, ervaar ik dit persoonlijk niet als een extreme periode. Ik werk sinds mijn achttiende jaar in de zorg en ben veel gewend. Wat voor een ander heftig is, is dat voor mij niet direct. Wat ik wél heel vervelend vind, is dat ik als verpleegkundige niet alles uit de kast kan halen door de extra protocollen die in deze periode gelden.”
“Om een voorbeeld te geven: mensen met benauwdheidsklachten mogen we normaliter vernevelen. Dat doen we met een speciaal apparaat, dat vloeibare medicatie omzet in nevel, die we met een kapje toedienen. De luchtwegen krijgen daardoor meer ruimte, waardoor mensen vaak gewoon thuis kunnen blijven. Maar het is een vorm van sproeien en dat mag door de coronavoorschriften niet. Het enige wat we kunnen doen is de mensen zuurstof toedienen en ze naar het ziekenhuis brengen.”
“Het frustrerende is dat ik in dergelijke gevallen mijn eigen zorg niet kan leveren en daardoor niet mijn eigen beslissingen kan nemen. Onlangs had ik te maken met een terminale patiënt, die ik door de voorschriften thuis niet de behandeling kon geven die ik wilde. Hij moest daardoor eigenlijk naar het ziekenhuis. Ik heb toen tegen hem gezegd: als ik u nu breng, dan kan er niemand meer bij u, want niemand mag op bezoek komen. Hij besloot thuis te blijven.”
“De laatste tijd zien we alles weer langzaam normaliseren. Het wordt warmer, het virus dooft wat uit. De protocollen blijven hetzelfde, maar we zien een afname van het aantal ritten met een corona-indicatie en een toename van meldingen van mensen die, inderdaad, met hun vinger tussen de deur zijn gekomen of kiespijn hebben. Het wordt weer een beetje als vanouds, zeg maar.”