Toekomst brandweer
Presentatie meerjarige ontwikkeling brandweer
Half mei deelde het managementteam en het algemeen bestuur van de veiligheidsregio een presentatie met alle brandweercollega's over de meerjarige ontwikkeling van de brandweer. In de gesprekken vanaf dat moment zijn veel vragen die leven naar boven gekomen: er was sprake van andere inzichten, kritiek, soms boosheid, maar ook herkenning van de problemen. Er is onbedoeld een beeld ontstaan van een ver uitgewerkt plan waar nog beperkt invloed op mogelijk is. We betreuren dit en willen benadrukken dat een dergelijk plan niet bestaat, wel een denkrichting.
Vergrijzing
We weten dat onze regio in de nabije toekomst te maken krijgt met verdere vergrijzing: steeds meer ouderen, steeds minder jongeren. Uit een bevolkingsprognose van de provincie Noord-Holland van eind 2021 blijkt dat het aantal inwoners van Noord-Holland Noord tot 2040 weliswaar licht stijgt, maar dat het vooral 65-plussers zijn die deze groei voor hun rekening nemen. In de Kop van Noord-Holland daalt het aantal inwoners. Het aantal jonge gezinnen neemt af. In de kleine kernen is de vergrijzing het sterkst. De grote stad trekt, zeker als het gaat om werk. De afstand tussen wonen en werken groeit. Er zijn veel forensen. Die zijn overdag niet als vrijwilliger inzetbaar.
Veranderende hulpvraag
Niet alleen hebben we te maken met vergrijzing, ook de hulpvraag van de samenleving verandert en dat is merkbaar bij de brandweer. Zo heeft de brandweer heeft steeds meer te maken met de ‘hightech‑samenleving’: elektrische auto’s, energieopslag, gebouwen vol ingewikkelde technologie. Dat vraagt steeds meer innovatie en de inzet van onbemande oplossingen, zoals blusrobots en drones. Ook hebben we te maken gekregen met andersoortige, soms langdurige crises: corona, vluchtelingenopvang, dreigende overstromingen en extreme droogte door klimaatverandering. Onze omgeving verandert en als brandweer kun je niet stil blijven staan. We moeten mee in kennis, in middelen, in voorzieningen.
Impact demografische en maatschappelijke ontwikkelingen
Er zijn steeds minder mensen beschikbaar als vrijwilliger bij de brandweer, omdat het aanbod van kandidaten in de juiste leeftijdscategorie afneemt. De mensen die wel beschikbaar zijn, hebben vaak niet de tijd, gelegenheid of zin om hun leven buiten werktijd aan de brandweer te spenderen. Of ze willen het wel, maar vinden de tijdsbelasting van de opleiding te groot. Dat is nu eenmaal een verschijnsel van deze tijd. Tegelijkertijd komt bij de brandweer een ongekende uitstroom op gang. De gemiddelde leeftijd onder de vrijwilligers is hoog. Er vertrekken de komende tien jaar honderden als gevolg van hun leeftijd. Dus we hebben én te maken met een pakket nieuwe uitdagingen, én met uitstroom én toenemende problemen om voldoende instroom op gang te brengen.
Hoe gaan de uitdagingen te lijf?
De ontwikkeling die nodig is, gaat over een betere brandweer en behoud van de vrijwilligheid, met de veiligheid van de inwoners als uitgangspunt. Drie tot vier jaar geleden is de veiligheidsregio samen met het bestuur op een andere manier gaan kijken naar de brandweerzorg. Traditioneel werkt de brandweer met een dekkingsplan dat is gebaseerd op aanrijtijden. Vanuit het Veiligheidsberaad is gewerkt aan een alternatieve benaderingswijze voor de wettelijke opkomsttijden. Het resultaat, de gebiedsgerichte opkomsttijden, is een combinatie van maatregelen die zich richt op het snel ter plaatse kunnen zijn en voldoende slagkracht kunnen leveren, aangevuld met maatregelen op het vlak van risicobeheersing. In het verlengde hiervan zijn we in onze regio gaan kijken of we een model konden maken dat is gebaseerd op een risicoprofiel met maatwerkoplossingen: welke risico’s zijn er in een bepaald gebied en welke brandweerzorg is daarbij nodig? Dat hebben we zorgvuldig bestudeerd en gekoppeld aan een nieuwe invulling, die ons in staat stelt al die uitdagingen het hoofd te bieden. Nadrukkelijk zonder op welke manier dan ook te tornen aan de wettelijke taak van de brandweer en zonder concessies te doen aan de veiligheid. Uiteindelijk is de brandweer er niet voor zichzelf, maar voor de bevolking. Dat staat voorop.
Onrust
Er heerst onrust en spanning rond (een deel van) de brandweerposten, deels doordat er een verkeerd beeld is ontstaan. Op basis van de risicoprofielen kan een nieuwe verdeling worden gemaakt van onze brandweerzorg. Zo kunnen we de ene post juist versterken als de ligging daarom vraagt en de post met een verzorgingsgebied met een lager risicoprofiel juist een lichtere taak geven. Als een post in het eigen verzorgingsgebied nooit te maken heeft met zware verkeersongevallen of een industriebrand dan hoef je ook niet al die tijd in opleiden en oefenen te stoppen zoals dat nu gebeurt. We denken dat dat belangrijke argumenten zijn voor het vinden en vooral ook kunnen binden van nieuwe vrijwilligers. Het verlaagt de drempel. Hiermee zijn we voorloper binnen brandweer Nederland en dit geeft terecht veel discussie en dat mag ook. Wat wij willen is gezamenlijk met de andere korpsen kijken naar een brandweervorm waarbij niet meer koste wat koste alle taken altijd noodzakelijk zijn, waardoor we aantrekkelijker worden voor een bredere doelgroep.
First Responder posten
De zogenaamde First Responder-posten zijn tijdens de huidige pilot volledig inzetbaar zijn en kunnen alle taken zelfstandig vervullen, op complexe technische hulpverlening en grotere binnenbranden na. Maar naar binnen gaan bij een ontwikkelde brand, is al niet meer van deze tijd. De basisprincipes brandbestrijding schrijven voor om bij voorkeur van buitenaf de brand te blussen en dat kan een First Responder nog steeds doen. We wagen ons leven niet meer om een pand te redden. Tegelijkertijd geldt: er is altijd voorbereiding en ondersteuning nodig. Een First Responder staat nooit niets te doen. Er lopen pilots met First Responder-posten in Groet en Koedijk. De post in Groet doet door de afbakening van het takenpakket weer volledig mee, omdat we door de verkorte opleiding ineens wél nieuwe vrijwilligers wisten aan te trekken. Zonder deze pilot had post Groet niet open kunnen blijven. En beide posten zijn wel degelijk van toegevoegde waarde.
Koesteren
De pilots zijn nu iets van onze regio, en enkele regio’s zijn met soortgelijke pilots bezig. Maar de opgave is iets waar heel Brandweer Nederland mee kampt. Met name de regio’s met meer uitgestrekt gebied. Zonder de First Responders (brandweerassistenten) die al meedraaien in onze organisatie hadden verschillende posten al veel vaker buiten dienst gemoeten met uiteindelijk mogelijk sluiting tot gevolg.
De toekomst van de brandweer is enorm urgent en niets doen is geen optie. Maar we hebben veel begrip voor de emoties die ontstaan zijn naar aanleiding van de presentatie. Voorop staat dat we de vrijwilligheid koesteren en we dit met het volste respect samen met en voor iedereen doen.
Rondgang
Na de zomervakantie starten we samen met onze bestuurders met een rondgang langs alle 52 brandweerposten. Doel van deze tournee is om met vrijwilligers (in totaal 1150) van gedachten te wisselen over veranderingen bij en doorontwikkeling van de brandweer. We hebben iedereen nodig om problemen aan te pakken en te werken aan een nog betere brandweer voor Noord-Holland Noord. Ook nemen we voor dit dialoogtraject langer de tijd dan gepland. Aanvankelijk zouden we in december knopen doorhakken, dat moment is opgeschoven naar maart volgend jaar. Dan stellen we een nieuw brandweerzorgplan op, waarin we mogelijk de eerste stappen richting toekomst kunnen zetten.
Ook onze bestuurders schuiven ook zoveel mogelijk aan bij de gesprekken. Burgemeesters Rian van Dam (Hollands Kroon) en Monique Bonsen (Koggenland) zijn binnen het Algemeen bestuur van de Veiligheidsregio portefeuillehouders van de toekomst van de brandweer: “Wij willen dat brandweerlieden meedenken, hun mening geven. Zij zijn de mensen in het veld, we hechten enorm aan hun visie, geluiden en signalen vanuit de praktijk. Bij die personen moet je altijd je oor te luister leggen. Dat doen we nu post voor post, in plaats van in clusters van posten. Vandaar dat we daar meer tijd voor uittrekken.”