Extra alert op natuurbrand
Op dit moment geldt ‘fase 2’ voor het risico op natuurbrand. Dat betekent dat terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten extra alert zijn op het ontstaan van een natuurbrand. Een brand kan zich in deze fase namelijk sneller uitbreiden. Komt er bij onze 112-meldkamer een melding binnen van een natuurbrand? Dan rukken we uit met meer voertuigen.
De natuur in
Bij een verhoogd risico op natuurbrand kun je (ook bij fase 2) gerust de natuur in. Blijf wel alert, meld verdachte zaken meteen via 112 en lees hieronder wat jij kunt doen om de kans op een natuurbrand te verkleinen.
Hoe kan ik een natuurbrand voorkomen?
- Let op waar je jouw auto neerzet. Een uitlaat en katalysator kunnen heet worden en bij parkeren in hoog, droog gras kan het een natuurbrand veroorzaken.
- Rook liever niet in natuurgebieden. Doe je het toch, maak je sigaret dan zorgvuldig uit voor je hem weggooit. Als er een rookverbod van kracht is, moet je je daar uiteraard aan houden.
- Gooi afval in de daarvoor bestemde bakken. Afval, zoals bijvoorbeeld een glazen fles, kan de oorzaak zijn van brand. Een glazen fles waar de zon op schijnt, kan als vergrootglas werken en droge planten of gras in brand krijgen.
- Houd je wat betreft het gebruik van barbecues, kampvuren en vuurkorven aan de regels die ter plekke gelden.
- Parkeer niet op bospaden of toegangswegen; brandweervoertuigen moeten altijd vrij baan hebben.
- Wees extra alert als je op een heideveld of in een dennenbos bent. Hier is de kans op een snel uitbreidende brand groter dan in een loofbos.
Hoe wordt het natuurbrandrisico bepaald?
De fases van natuurbrandrisico (droogte-index) worden bepaald met een model dat met meerdere parameters rekent. Denk bijvoorbeeld aan de vochtigheid van de lucht, het materiaal in de natuur, de temperatuur en de windrichting en -snelheid. Daarnaast kijken we naar de weersvoorspelling voor de komende dagen en voeren we overleg met de natuurbeheerders: wat zien zij in het natuurgebied?
Fase 2 geldt voor de gehele regio Noord-Holland Noord. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende duingebieden. Voor het bepalen van de fase kijken we altijd verder vooruit. We gaan niet voor één dag naar een andere fase.